TRAP Nieuws

29 december 2025
Terugblik en vooruitkijken naar 2026

“Er is iets heel puurs aan de bokshandschoen”

Dit jaar heeft TRAP een paar nieuwe, grote stappen genomen. Zo zijn er verschillende nieuwe opleidingen binnen het kennis- en opleidingsinstituut gestart en zijn er daarnaast nieuwe accreditaties toegekend. Erik Jumelet-Boom, psychomotorische therapeut & eindverantwoordelijke van TRAP, neemt je mee in de ontwikkelingen van het afgelopen jaar en kijkt vooruit.

De logische volgende stap
“2025 is een bijzonder jaar geweest,” begint Erik. “We zijn dit jaar aan de slag geweest met veel uiteenlopende projecten. Binnen de psychomotorische therapie zijn er veel mogelijkheden rondom vechtkunst. Wat we nu voornamelijk zien, is dat niet iedere psychomotorische therapeut die het wil, de vechtkunst voldoende beheerst of dat therapeuten wanneer ze eenmaal iets van vechtkunst wilden toepassen, soms nog niet alle inhoud hadden om hiermee aan de slag te gaan.” Dit krijgt uiteindelijk vorm in de nieuwe jaaropleiding die vanaf januari 2026 van start gaat. Deze jaaropleiding is in november dit jaar twee keer officieel geaccrediteerd. Zowel voor het register Vaktherapie als door het CRKBO, hét register voor aanbieders van kort beroepsonderwijs. “In deze jaaropleiding willen we in gaan op de kern van vechtkunst. Dat houdt in dat de deelnemers zelf bezielde vechtkunst gaan ervaren,” vertelt Erik. Erik noemt hier het nadrukkelijk vechtkunst: “Ons team groeit en daarmee ook de verschillende expertises die we hier in huis hebben. Zo kunnen we het brede palet dat vechtkunst heeft recht aandoen en kunnen de deelnemers ook de breedte ervan meemaken.”

Groeiende focus op wetenschappelijk onderbouwd
“De link naar de wetenschap is voor ons belangrijk. Niet alleen is dat de basis vanuit waar psychomotorische therapie evidence based therapie kan aanbieden, maar het betekent ook dat we kunnen vertellen welke elementen van vechtkunst wel én niet passen in therapeutische context. Dat we ook aan kunnnen geven bij cursisten waarom we rekening houden met bepaalde factoren en ook wat dit doet,” vertelt Erik. “Om die reden hebben we meegewerkt aan verschillende onderzoeken en studentprojecten. Ook hebben we nu een vaste samenwerking met de Faculteit der Bewegings- en Gedragswetenschappen op de Vrije Universiteit van Amsterdam en het lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn binnen hogeschool Windesheim. De kennis die hieruit wordt opgedaan, wordt omgezet in praktische handvaten en tools. In november is het tweejarige CCC onderzoek afgerond, waarbij wij na een periode van onderzoek een train-de-trainer mochten ontwikkelen. Gericht op extra handvaten voor bokstrainers om hun training af te stemmen op een kwetsbare doelgroep.” En dat is niet het enige wat met de onderzoeksuitslagen gebeurt: “Van kennis wordt de sport en het therapeutisch middel alleen maar rijker. Daarom blijven we deze kennis laagdrempelig beschikbaar maken voor trainers en iedereen die maar interesse heeft in de vechtkunst.”

Blik vooruit: wat brengt 2026?
Op de vraag ‘wat gaat TRAP in 2026 doen?’, hoeft Erik niet lang na te denken: “De jaaropleiding wordt een feestje! Daar heb ik zoveel zin in.” De jaaropleiding voor therapeuten start direct in januari. Dat is niet de enige ontwikkeling: “Komend jaar zullen we ook starten met een introductiedag zodat therapeuten die graag iets willen met vechtkunst, maar er nog nooit wat mee hebben gedaan, ook tijdens hun sessies gebruik kunnen maken van de vechtkunst.” Dit betekent dat er nu in combinatie met de verdiepende herhaaldag een logische opvolging is voor therapeuten om zich steeds dieper in de combinatie van therapie en vechtkunst te verdiepen. Zo kunnen deelnemers instappen op een niveau dat bij hen aansluit en in een tempo dat bij hen past met vechtkunst aan de slag. Erik besluit met een laatste samenvatting voor 2026: “Dit jaar zijn er veel mensen op ons pad gekomen die zich bezig houden met vechtkunst en/of mentale gezondheid. Natuurlijk gaan we aan de slag met meer mooie, nieuwe samenwerkingen: de vechtkunst is te mooi om niet verder te delen.”

Met dank aan Boudicca Meerman voor het leuke interview!